Blog – 13 tips om betere houten lepels te snijden

Je bent enthousiast begonnen aan het snijden van houten lepels. Misschien heb je zelfs een boek gekocht en een beginnerscursus gevolgd. Je hebt nu een aantal lepels gemaakt en wilt er graag mee door, maar hoe word je er nu beter in? In deze blog geef ik je 13 tips die mij hebben geholpen om beter te worden in lepelsnijden.

1. Leer goed slijpen en houd je messen vlijmscherp

Zelfs ervaren lepelsnijders trappen nog wel eens in deze valkuil en snijden te lang door zonder het mes te stroppen of te slijpen. Maak er dus een gewoonte van om regelmatig te stroppen. Soms zelfs tussendoor. Maar in ieder geval na en voor het snijden en slijp regelmatig je messen. Heb je het gevoel dat het in het begin beter ging en dat je in plaats van beter slechter wordt? Krijg je strepen of krassen als je snijdt? Goede kans dat je messen niet scherp (genoeg) bot of zelfs beschadigd zijn! Scherp gereedschap is dus niet alleen veiliger, maar ook een basiseis voor het bereiken van betere resultaten, daarom staat deze met stip op nummer 1, 2 en 3 😉, maar omdat deze blog anders veel te lang wordt gaan we door naar de volgende tip.

2. Stop met schuren

De dag dat ik besloot te stoppen met schuren leken mijn lepels eerst minder mooi. Waarom dan toch stoppen met schuren? Omdat je hierdoor gedwongen wordt om dezelfde en zelfs betere resultaten te halen met alleen het mes. Je kan dan niet meer even smokkelen met het schuurpapier. En een mesafwerking geeft ook nog eens een veel ‘frisser’ resultaat. Mooie facetten blijven staan en de schaduweffecten komen dan pas goed tot hun recht. Je leert ‘anders’ te snijden, namelijk op een manier die zo snel mogelijk een gladde, gelijkmatige afwerking geeft. Dit kan alleen door met goed scherp gereedschap in één snijbeweging de laatste snede te maken. Kortom door niet te schuren word je gedwongen om je mestechniek te verbeteren, waardoor je sneller en makkelijker mooiere lepels leert snijden. En het scheelt nog eens tijd en stof. En dat schuurpapier dan? Dat kun je veel beter gebruiken om je messen scherp te houden!

3. Ga werken met dikkere stammen/takken

Op deze manier ben je minder afhankelijk van wat ‘in het hout zit’. Met andere woorden, je hoeft de vorm van je lepel niet aan te passen omdat de tak net te smal, te dun of te kort is. Een manier om zo gelijkmatig mogelijke ‘condities’ te creëren is door te werken met radiaal gekliefde mootjes. Dit gaat het beste met dikkere stukken ‘recht’ en voorspelbaar hout. Vaak kun je 2 tot 4 radiale en 4 tangentiale moten uit een stammetje halen. Leg er een voorraadje van aan! Ken de verschillende manieren van splijten nog niet? Google er eens op!

4. Werk zo lang mogelijk in platte vlakken

Zelfs als je mooie ronde vormen in je lepel wilt, helpt het om zo lang mogelijk te werken vanuit platte vlakken. De basis voor je lepel is een rechthoek. Zolang je werkt aan het profiel houd je deze vlakken zoveel mogelijk in stand. Dit helpt je ook om de lepel ‘recht’ te houden. Pas als het voor- en zijaanzicht van de lepel goed zijn en je lepel de ongeveer de gewenste dikte heeft, ga je de meer vlakken aanbrengen door de hoek eraf te snijden. Dit herhaal je zo vaak als nodig is. Doe je dit vaak genoeg, dan krijg je vanzelf een gladde ronding. Wil je bijvoorbeeld een ronde steel maken aan je lepel, dan ga je van vierkant, naar achtkant, naar zestienkant naar rond.

5. Vlees op het bot en werkvolgorde

Zorg ervoor dat je de kom van de lepel wat dikker houdt en werk eerst aan de steel. Kijk daarbij telkens over je lepel heen om te zien of het recht wordt. Het is makkelijker om een draaiing  van de steel ten opzichte van de kom ‘recht’ te zetten door wat van de kom af te halen. Ben je tevreden over de steel en is je lepel zo recht als je ‘m wilt hebben? Dan kun aan de kom gaan werken.

6. Proef je lepel

Als je aan de kom gaat werken begin je met het uithollen. Het diepste punt van je lepel ligt op 1/3de of minder vanaf de steel. Bij een schep kan je diepste punt zelfs bijna helemaal tegen de steel aanzitten. Het diepste punt is ongeveer even diep als dat je bovenlip dik is, zodat je bovenlip als het ware het eten van de lepel kan afschuiven. Is de kom dieper, dan gaan de randen van je lepel in je mondhoeken snijden. Wil je het helemaal afmaken, snij dan een iets aflopende rand aan de kom van je lepel, zodat deze als het ware de vorm volgt van de mond. Wat heel goed werkt is om tijdens het snijden je lepel af en toe uit te proberen. Ja ik ben serieus, neem af en toe een hapje van je lepel. Ik noem dat altijd het ‘proeven’ van je lepel.

7. Doe de watertest

Wil je je lepel verder beproeven? Bijvoorbeeld om te testen of deze ook werkt voor soep? Houd ‘m dan onder de kraan onder de kraan en kijk wat er gebeurt. Dan zie je gelijk of de vorm goed werkt. Loopt het water er nog ergens vanaf? Dan is je lepel daar te smal of te laag of allebei. Neem vervolgens een hap. Blijft het water op de lepel liggen totdat je deze in je mond heb? Nee, kijk dan wat je moet veranderen om het beter te krijgen. Meer diepte achterin? De hoek aanpassen?

De watertest

8. Snijd iedere dag!

Kies bijvoorbeeld een aspect of techniek die wilt verbeteren. Werk aandachtig (altijd een goed idee met een scherp mes) en herhaal de ‘oefening’ zo vaak als nodig. Word je sneller dan kun je proberen één lepel per dag te snijden. Doe dit zo vaak als je maar kan. Het liefst dagelijks. Herhaling en aandacht tijdens het leerproces zijn belangrijk bij het aanleren van motorische vaardigheden. Als je slaapt verwerken je hersenen wat je hebt geleerd en wordt het vastgelegd. Je spieren leren zo wat ze moeten doen. Dit is vaak een de reden dat mensen zichzelf uitdagen om een jaar lang iedere dag één lepel te snijden.

9. Herhaal dezelfde vorm tot perfectie

Kies een model lepel en ga pas andere modellen snijden wanneer je deze perfect beheerst. Daag jezelf uit om een set van 4 of 6 dezelfde lepels te snijden. Dit helpt je om een bepaalde techniek of vorm tot in de puntjes te doorgronden en beheersen.

10. Varieer op een basisvorm

Onderzoek welke variaties je kan aanbrengen binnen eenzelfde vorm. Overweeg om met een sjabloon te werken en onderzoek hoeveel verschillende soorten lepels je hieruit kunt snijden. Dit is een goede manier om vanuit basisvaardigheden nieuwe technieken te ontwikkelen. Kom je een keer een ‘uitdaging’ tegen in het hout, die vraagt om een aanpassing van het model, dan beschik je over de vaardigheden om dit op te lossen.

11. Laat je hout rijpen

Werk je met hardere houtsoorten, dan helpt het om de kopse kanten van langere dikkere stukken hout dicht te smeren en het hout een minimaal een maand of acht te laten rijpen. Het hout wordt iets zachter en homogener van structuur. Het hout is dan ook droger waardoor je in één keer door kunt naar het afsnijden. Hierdoor is het gemakkelijker om een mooie gladde en gelijkmatige afwerking te krijgen.

Dit effect kan je deels versnellen door je ruwe lepelvorm een paar dagen in een zakje of bakje op kamertemperatuur te bewaren. Het hout wordt dan niet droger, maar wel homogener en makkelijker te snijden. Dit proces moet je wel scherp in de gaten houden, want anders heb je een slijmerige, stinkend stuk hout om te verwerken. Dat is niet per se een probleem, want je kunt de lepel even afwassen en na de eerste sneden is de viezigheid eraf. Het valt dus op te lossen, maar vermijden is prettiger

12. Bekijk je lepel met strijklicht of fotografeer je werk

Leg het mes er maar vast naast want de camera is meedogenloos. Imperfecties waar je met het ‘blote’ oog overheen kijkt, worden pijnlijk zichtbaar op een foto. Menig lepelsnijder staat met het mes naast de camera die laatste onvolkomenheden weg te werken voordat die perfecte foto voor de socials gemaakt wordt.

13. Leermeesters uit verleden en heden

Leer van anderen. Laat je niet afschrikken door makers die zeggen dat een bepaalde lepelvorm  hún signature design is. Houten eetgerei wordt al eeuwen gemaakt en veel ontwerpkeuzes van nu of afwerkingen zijn al terug te zien in musea of in het eetgerei van andere culturen. Of deze nu van hout zijn of niet. Nu we het erover hebben, ga eens lepels kijken in het museum zodra dat weer kan. Sommige musea hebben hun lepels ook in de online collectie staan. Dat is een super manier om je te oriënteren en een uitkomst als de lepels geen onderdeel van de vaste collectie zijn. Een nadeel is wel dat het moeilijk is om een goed idee van de schaal te krijgen.

Behalve van onze voorouders kunnen we ook leren van onze collega lepelsnijders. Koop, ruil of leen een lepel van een maker wiens werk je mooi vindt. Bestudeer én beproef de lepel. Hoe dun of dik is de kom, of de steel? Hoe lopen de lijnen? Hoe is de aansluiting van de kom op de steel? Hoe is de kromming van de kom naar de steel? Waar ligt het diepste punt? Groot, klein rechte of vloeiende lijnen? Eet ie lekker? Kan je er zowel uit een kom als van een bord mee eten? Kun je deze vormen ook zelf snijden? Welke elementen wil je toepassen in je eigen ontwerpen? Dit alles helpt je bij het ontwikkelen van jouw eigen stijl.

Jouw gouden tip?

De bovenstaande tips hebben mij enorm geholpen om betere lepels te gaan snijden. Ik hoop dat je met deze tips verder kunt op jouw ontdekkingstocht door de wereld van de houten lepel. Heb je vragen of wil je dat ik een keertje met je meekijk? Live of via Zoom? Stuur me dan een berichtje, of doe eens mee aan LepelLeut. Heb je één of meerdere van mijn tips gebruikt bij het maken van je lepel? Of heb je zelf ook een goede tip? Deel ze met me door me een berichtje te sturen via de site of op Instagram. Misschien komt er dan binnenkort wel een blog met lepeltip 14 tot en met …?

Misschien ook interessant voor jou: