Blog – Welke bijl voor Lepelsnijden?

Als je een stammetje hout in een lepel wilt veranderen begin je vaak met een bijl om het meeste overtollige hout te verwijderen. Maar er zijn heel veel verschillende soorten bijlen. Daarom krijg ik vaak de vraag: welke bijl is het meest geschikt voor lepelsnijden? Die vraag beantwoord ik met deze blog.

kloofbijl, hakbijl, houtsnijbijl

Drie soorten bijlen

Om erachter te komen welke bijl we kiezen voor het lepelsnijden verkennen we daarom eerst drie soorten bijlen die je het vaakst tegenkomt en hoe je die kunt gebruiken bij het snijden van lepels (of juist niet). We kijken naar hun eigenschappen, toepassingen, veiligheid én wat je kunt doen als je met een beperkt budget werkt. Uiteraard geef ik antwoord op die ene grote vraag: welke bijl is het meest geschikt voor de beginnende lepelsnijder?

kloofbijl, hakbijl, houtsnijbijl
Van links naar rechts: een kloofbijl (Gränsfors splitting maul), een hakbijl (Gränsfors small forest axe) en een houtsnijbijl (Julia Kalthoff Small Carver 01).

Kloven, hakken en snijden

Met bijlen kan je drie soorten bewerkingen uitvoeren: kloven, doorhakken en snijden. Bij het kloven van hout sla je in de lengte de houtnerven uit elkaar, zoals je bijvoorbeeld brandhout hakt of mootjes voor je lepels splijt.

Doorhakken doe je haaks of schuin op de houtnerven: je slaat dan door de nerven heen, zoals je bijvoorbeeld een boom omhakt. Bij het houtsnijden gebruik je de bijl meer als een soort mes, met een snijdende beweging. Dit is wat je doet bij het uithakken van je ruwe lepelvorm.

Kloven, hakken en snijden dus. Voor elk van deze functies bestaan er specifieke bijlen. Ze onderscheiden zich onder andere door hun vorm, gewicht en slijping.

De kloofbijl (splitting axe)

De kloofbijl is bedoeld om stammen en dikke takken met veel kracht te kloven tot kleinere stukken hout. Denk aan brandhout of het maken van moten. Deze bijl is bedoeld om tweehandig en met met veel kracht te slaan.

Kenmerken:

  • Zware kop
  • Sterk wigvormig profiel dat breed uitloopt om goed te kunnen kloven/splijten.
  • Bolle/convexe slijping. Daardoor staat er meer metaal achter de snede en kan deze meer hebben. Meestal niet vlijmscherp geslepen om beter te splijten.
  • Lange steel voor maximale hefboomwerking en veiligheid (de benen van de gebruiker zijn verder weg).
  • Gewicht: Vaak tussen de 2 en 3 kg.

Is de kloofbijl geschikt voor lepelsnijden?

Nauwelijks. Je kunt met een kloofbijl heel goed stammen in grove stukken kloven, bijvoorbeeld om brandhout te maken. Voor het lepelsnijden heb je er vooral iets aan als je de kloofbijl in combinatie met een klopper gebruikt. Je kan dan grote stukken hout vrij precies in mootjes splijten door de kloofbijl eigenlijk als een splijtwig met een steel te gebruiken. Maar als je dat hebt gedaan is het tijd voor een andere bijl.

De hakbijl of handbijl (hatchet)

Deze bijl is gemaakt om door houtnerven heen te hakken, bijvoorbeeld bij het omhakken of onttakken van een boompje. Ook lichter kloofwerk gaat prima, zoals het maken van aanmaakhoutjes. Je gebruikt hem dus voor lichter werk, waarbij je preciezer wilt mikken. Je kan deze bijlen tweehandig gebruiken, of eenhandig, waarbij je de langere varianten dichter bij de kop vasthoudt.

Op de foto zie je 3 hakbijltjes. Van voor naar achter: een Gränsfors Hand Hatchet, een Gränsfors Small Forest Axe en een Talens bijltje van de Action.

Kenmerken:

  • Lichtere kop in diverse maten.
  • Smaller profiel, meestal met bolle/convexe slijping.
  • Kortere steel, vaak licht gebogen (je benen zitten dichter bij de bijl).
  • Gewicht: Tussen de 400 en 1500 gram

Geschikt voor lepelsnijden?

Dat ligt er aan welk type je hebt. Een lichte hakbijl met een korte steel kan je vrij goed eenhandig gebruiken om bijvoorbeeld een ruwe lepelvorm uit te hakken. Heel precies werken is daarbij minder makkelijk, omdat de bolle slijping ervoor zorgt dat je bijl bij het hakken in de lengterichting van het hout kan afketsen. Ook zorgt de bolle slijping ervoor dat snijden minder makkelijk gaat.

De houtsnijbijl

Een houtsnijbijl is speciaal ontworpen voor precisiewerk, zoals het houtsnijden van lepels en andere gebruiksvoorwerpen. Op de foto hieronder zie je 3 houtsnijbijlen. Van links naar rechts: een Small Carver 01 van Julia Kalthoff, een Carving Axe van Hans Karlsson en de Robin Wood Carving Axe van Wood Tools

Kenmerken:

  • Gebogen steel: beter houvast op verschillende posities
  • Dun en breed voor minder weerstand bij het hakken.
  • Slanke kop: je kunt dichter met je hand bij het hout werken.
  • Rechte of holle slijping: onder een hoek van circa 25-30 graden. Hierdoor kan de bijl kan over het hout glijden terwijl deze door het hout snijdt.
  • Ergonomisch werken: comfortabel en langdurig te gebruiken.
  • Scherpe snede: snijdt écht in plaats van te splijten.
  • Gewicht: tussen de 700 en 1500 gram.

Geschikt voor lepelsnijden?

De lichtere houtsnijbijlen van rond de 750 gram zijn ideaal voor het lepelsnijden omdat je met dat gewicht makkelijker lang en nauwkeurig kan werken. De vorm en slijping van de bijl zijn afgestemd op precies hak- en snijwerk. De steel en bijlkop maken meerdere handgrepen mogelijk. Wat minder goed kan is zwaar kloofwerk. Doordat de bijl dunner en spitser is, kan hij minder goed harde klappen verdragen. Met deze bijlen splijt je dus alleen dunne stammetjes.

Veilig werken met de juiste bijl

Elke bijl is ontworpen met een specifiek doel in gedachten. Het is belangrijk om daar rekening mee te houden voor zowel de efficiëntie als de veiligheid van je werk. Gebruik je een lichte bijl voor zwaar werk, dan moet je meer kracht zetten. Daardoor slijt het gereedschap sneller én vergroot je het risico dat de bijl wegschiet.

Gebruik je een zware kloofbijl voor precisiewerk, dan is het lastig om gecontroleerd te werken. De kans dat je uitschiet en je hand raakt, is groter. Kortom: er is een balans nodig tussen gewicht, controle en de aard van het werk. Die balans hangt af van jouw kracht, ervaring, het soort hout en de gewenste precisie. Voor het snijden van lepels gaat er dus niets boven een echte houtsnijbijl. Bij voorkeur probeer je er een aantal in het echt en kies je de bijl die voor jou het meest comfortabel werkt.

Beginnen met wat je hebt (en tips voor een klein budget)

Gelukkig hoef je niet direct zo’n dure houtsnijbijl aan te schaffen. Met een standaard hakbijltje kan je ook prima beginnen. Als-ie maar kort, licht en scherp is.

Tips voor starters:

  • Veel hakbijltjes zijn prima zelf aan te passen: slijp de snede scherper, dunner én bij voorkeur recht of hol geslepen. Zo maak je er een echte snijbijl van. Dat kan je doen met een schuurpapier of een diamantvijl en ander slijpgereedschap, maar het is wel een flinke precisieklus.
  • Pas de steel aan: maak de overgang van steel naar kop iets minder hoog en vloeiender, zodat hij prettiger in de hand ligt bij gebruik dicht op het hout.
  • Kijk op rommelmarkten: er liggen vaak oude timmermansbijltjes die perfect geschikt zijn. Sommige zijn gruwelijk mishandeld met metalen hamers en daardoor vervormd. Deze laat ik liever liggen.
  • Let op de steel: zit die los of is hij versleten, dan kun je hem opnieuw opwiggen of vervangen.
  • Je kan dan zelf een nieuwe, gebogen steel maken voor meer grip en ergonomie. Ook een heel leuk project!

Voor weinig geld kun je dus al een prima startersbijl hebben — zeker als je handig bent en een bijl durft aan te passen.

Bonus: Een doe-het-zelf projectje

Op de foto’s hieronder zie je zo’n doe-het-zelf projectje. Het is een heel goedkoop bijltje van de Action in de originele staat, naast hetzelfde bijltje, maar dan volledig aangepast. De kop is grof bijgeslepen met een bandschuurmachine en daarna scherp geslepen met een diamantsteen. Daardoor zijn de vorm en de slijphoek meer geschikt voor het lepelsnijden. De kop is van de goudverf ontdaan voor de looks. De lak van de steel is verwijderd en vervangen door lijnolie, voor een comfortabele grip en minder kans op blaren. Ook is de vorm van de steel enigszins bijgewerkt om de bijl comfortabeler bij de kop vast te kunnen houden.

Al met al is zo’n doe-het-zelf bijl heel leuk om te maken, maar veel werk. Met het resultaat van je werk zal hij zeker fijner snijden, maar een echte houtsnijbijl zal het niet worden. Al was het alleen maar vanwege de kwaliteit van het staal. Daardoor is de snede kwetsbaar en je zult dus vaker moeten slijpen.

Conclusie: kies een bijl die bij je werk én bij jou past

Over bijlen valt veel meer te vertellen dan er in een blog als deze past. Er zijn tientallen soorten en als je je écht een studie wilt maken van de fabricage, staalsoorten, slijpwijzen, dan heb je voorlopig even geen tijd om lepels te snijden. Daarom volgt hier een samenvatting:

  • Werk je vooral met kleinere takken en dunnere stammetjes? Dan is een hakbijl of houtsnijbijl voldoende. Eventueel kun je metalen splijtwiggen kopen voor zwaarder splijtwerk.
  • Werk je met dikker hout, bijvoorbeeld omdat dat in de zomer minder snel uitdroogt, dan kan je voor het zware werk een kloofbijl gebruiken.
  • En dan het antwoord op de grote vraag: uiteindelijk gaat er niks boven de vorm, eigenschappen en (staal)kwaliteit van een echte houtsnijbijl als je gaat lepelsnijden.

Welke bijl je ook kiest: zorg dat het type en gewicht passen bij het werk dat je doet én bij jouw fysieke kracht en ervaring. Dat maakt het werken veiliger én leuker.

Meer weten over bijlen? Hier vind je nog een eerdere review over twee houtsnijbijlen.

Bijlen in de webshop: